Pesticiden en biociden

10 januari 2024
by Nicole Otten

Op 22 december organiseerde VMx de laatste online infosessie van 2023. Deze ging over pesticiden en biociden. In deze sessie kwam het volgende aan bod: wat zijn pesticiden en biociden, welke wetgevingen bestaan er en wat zijn de verplichtingen m.b.t. tot de verkoop en het gebruik van deze producten?

Wat zijn pesticiden en biociden?

Wettelijk gezien wordt een onderscheid gemaakt tussen gewasbeschermingsmiddelen, pesticiden en biociden.

Pesticiden worden gebruikt om ongewenste organismen te bestrijden. De term pesticide is een verzamelnaam voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Het verschil tussen gewasbeschermingsmiddelen en biociden is het volgende:

  • Gewasbeschermingsmiddelen beschermen gewassen tegen schadelijke organismen of bestrijden onkruid. Ze worden vooral in de landbouw gebruikt, maar ook in tuinen. Voorbeelden zijn herbiciden, fungiciden en insecticiden. Een voorbeeld van herbiciden zijn middelen die glyfosaat bevatten. Glyfosaat is in dit geval het ‘actieve bestanddeel’ – of de werkzame stof – in het middel.

Het zijn dus stoffen of mengsels die gebruikt worden met al volgend doel:

    • bescherming planten of plantaardige producten tegen schadelijke organismen
    • beïnvloeden levensprocessen van planten (bijvoorbeeld groeiregulatoren)
    • bewaring plantaardige producten
    • beperking of voorkoming van ongewenste groei van planten exclusief algen (bijvoorbeeld kiemdodende middelen)
    • vernietiging van ongewenste planten (onkruidbestrijding) 
  • Biociden bestrijden eveneens schadelijke organismen, maar ze zijn niet strikt gerelateerd aan de landbouw. Voorbeelden zijn ontsmettingsmiddelen, muizengif, houtbeschermingsmiddelen en afweermiddelen.

Het zijn stoffen of mengsels die uit een of meer werkzame stoffen bestaan dan wel die stoffen bevatten of genereren & die worden gebruikt als bestrijdings-, ontsmettings- of afweermiddel, m.a.w. bestemd zijn om een schadelijk organisme:

    • te vernietigen,
    • af te schrikken,
    • onschadelijk te maken,
    • de effecten ervan te voorkomen,
    • of het op andere wijze langs chemische of biologische weg te bestrijden (niet fysiek of mechanisch).

De organismen die worden gebruikt zijn bijvoorbeeld:

  • bacteriën voor de bestrijding van insecten,
  • ‘behandelde voorwerpen’ met als hoofdfunctie de biocidale werking bijvoorbeeld muggenplaatjes

Voor beide groepen bestaat er specifieke wetgeving.

Wetgeving

Er bestaan heel wat reglementeringen m.b.t. pesticiden, gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Deze vertrekken vanuit het Europees niveau over het Federaal niveau naar de gewesten.

De belangrijkste van deze wetgevingen worden in onderstaande opgesomd en kort toegelicht:

Pesticiden algemeen:

  • Decreet houdende duurzaam gebruik van pesticiden in het Vlaams Gewest;
  • Besluit Vlaamse Regering houdende nadere regels inzake duurzaam gebruik van pesticiden voor niet-land- en tuinbouwactiviteiten en de opmaak van het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik;

Deze Vlaamse regelgeving over biociden en gewasbeschermingsmiddelen geeft hoofdzakelijk uitvoering aan de Europese richtlijn 2009/128/EG (duurzaam gebruik).

    • Verbod gebruik van pesticiden op openbare domeinen of waar kwetsbare groepen aanwezig kunnen zijn, elders restricties
    • Viseert in de praktijk hoofdzakelijk onkruidbestrijdingsmiddelen
    • Informeren en sensibiliseren

Gewasbeschermingsmiddelen:

  • Europese Verordening 1107/2009 betreffende de procedure voor toelating producten en werkzame stoffen;
    • Op de markt brengen van GBM (=gewasbeschermingsmiddelen)
    • Goedkeuring werkzame stoffen en toelating producten op de markt
    • Weinig over het gebruik van GBM
  • Europese Richtlijn 2009/128/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden
    • Regels beroepsgebruikers, P- en G-producten, fytolicentie en duurzaam gebruik;
    • Opmaak nationale actieplannen: controle spuitmateriaal, aanduiding zero-gebruik zones, opleiding, informatie, sensibilisering, …
    • Viseert momenteel hoofdzakelijk gewasbeschermingsmiddelen
  • Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen;
    • Invoering fytolicentie
    • Regels voor beroepsgebruikers (land- en tuinbouw)
  • Het federaal reductieprogramma van pesticiden voor de periode 2023-2027
    • Coördinatie van de reductieprogramma’s (NAPAN = Nationaal Actie Programma – Programme d’Action National)
    • Oplijsting diverse actiepunten m.b.t. professioneel pesticiden gebruik

Biociden:

  • Europese Verordening 528/2012 betreffende de procedure voor toelating producten en werkzame stoffen;
    • Op de markt brengen van biociden
    • Goedkeuring werkzame stoffen en toelating producten op de markt
    • Weinig over het gebruik van biociden
  • Koninklijk Besluit betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden;
    • Toelatingsprocedure biociden op de Belgische markt
    • Indeling producten in vrij circuit en gesloten circuit
    • Online registratie van biocide handel en –gebruik
    • Melding aan antigifcentrum van gevaarlijke biocide mengsels
  • Koninklijk besluit tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten
    • Retributies m.b.t. aanvragen van biocide toelatingen

Algemene regels

Ongeacht het soort product, een pesticide, een gewasbeschermingsmiddel (GBM) of een biocide, gelden er algemene regels m.b.t. de verkoop en het gebruik.

Er mag slechts verkocht, gekocht en gebruikt worden in België als:

    • Het expliciet op de (Belgische) lijsten staat van de toegelaten GBM of toegelaten biociden,
    • Dit geldt ook voor biologische of ecologische producten!
    • Mag enkel gebruikt worden voor de doeleinden die opgenomen zijn in de toelating/ registratie,
    • Ook de gebruiksvoorwaarden toelating/ registratie in deze moeten gerespecteerd worden,
    • De verkoper en/of gebruiker beschikt over de nodige erkenning of voldoet aan de registratieplicht (indien van toepassing),
    • Er wordt een onderscheid gemaakt tussen professioneel en amateur gebruik.
    • Er geen specifiek gebruiksverbod is opgelegd door een andere wetgeving.

Gewasbeschermingsmiddelen – verplichtingen

Zoals reeds in de algemene regels vermeld werd, mogen gewasbeschermingsmiddelen enkel op de markt komen en gebruikt worden als ze toegelaten zijn.

De toelating gebeurt in 2 stappen:

  1. Alle actieve bestanddelen (of werkzame stoffen) moeten goedgekeurd worden op Europees niveau. Tijdens deze goedkeuringsprocedure wordt beoordeeld of het gebruik van die werkzame stof geen onaanvaardbare risico’s inhoudt voor mens, dier en milieu. Dit gebeurt op basis van een dossier met wetenschappelijke studies. Goedgekeurde werkzame stoffen komen op een Europese lijst terecht: enkel stoffen in deze lijst mogen gebruikt worden in gewasbeschermingsmiddelen.
  2. Enkel gewasbeschermingsmiddelen met een goedgekeurde werkzame stof kunnen worden toegelaten. Deze middelen worden geëvalueerd op nationaal niveau (per EU lidstaat). In België wordt de beslissing over de toelating van een middel genomen door het Erkenningscomité. De procedure is geharmoniseerd: er is een lidstaat die het dossier van het middel in detail beoordeelt. Andere lidstaten becommentariëren dan weer deze evaluatie om tot een akkoord te komen. Na akkoord kan een middel op de markt komen in de overeenkomstige lidstaten.

Werkzame stoffen en gewasbeschermingsmiddelen worden periodiek opnieuw geëvalueerd. Dit gebeurt in principe 10 jaar na de eerste goedkeuring, en vervolgens om de 15 jaar na vernieuwing van de goedkeuring. Een vernieuwing gebeurt vaak op basis van aangepaste wetgeving en dus vaak strengere vereisten. Dit verzekert dat evaluaties up-to-date blijven en toegelaten middelen voldoen aan de huidige normen.

Wat mag ik gebruiken?

Vóór de aankoop van een gewasbeschermingsmiddel zoek je best eerst op of het gewasbeschermingsmiddel op de lijst van de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen staat. Deze lijst kan je terugvinden op Fytoweb.

Als je het product teruggevonden hebt, check dan steeds de toelating. Daarin staat o.a. informatie in over het gebruik van het product.

“G-producten” – “P-producten”

Bij gewasbeschermingsmiddelen wordt een onderscheidt gemaakt tussen G-producten (“Garden”) ofwel P-producten (“Professional”). Het verschil is afhankelijk van het risico dat het gewasbeschermingsmiddel inhoudt en de gebruikers voor wie het bestemd is.

G-producten houden een laag risico in, zitten in kleine verpakkingen en zijn vrij verkrijgbaar. Ze dienen voor amateurgebruikers en professionelen. Dit zijn dus gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik.

P-producten houden een hoog risico in, moeten verplicht gebruikt worden met PBM’s en dienen enkel voor de professionele gebruikers.

Deze letters “G” of “P” kan je ook terugvinden in het toelatingsnummer, vb. 9416P/B

Wat is een fytolicentie en wanneer is deze nodig?

Een fytolicentie is een certificaat van de federale overheid dat aangeeft dat je als professionele gebruiker, distributeur of voorlichter op een correcte manier met gewasbeschermingsmiddelen kunt omgaan met als doel de risico’s voor mens, dier en leefmilieu zoveel mogelijk te beperken. Hiertoe is de licentie ook gekoppeld aan diploma’s of basisopleidingen en is er een verplichte aanvullende opleiding tijdens de looptijd van de licentie.

Een fytolicentie wordt dus enkel toegekend aan natuurlijke personen.

Er bestaan 5 types van fytolicenties nl.:

  • NP: Distributie van of voorlichting over middelen voor niet-professioneel gebruik
  • P1: Assistent professioneel gebruik
  • P2: Professioneel gebruik
  • P3: Distributie van of voorlichting over middelen voor professioneel gebruik
  • PS: Specifiek professioneel gebruik

Een licentie P3 laat toe de taken uit te voeren van een licentie NP, P1 en P2.

Opslagvoorwaarden GBM voor professioneel gebruik

Indien je gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik op je bedrijf wil opslaan dan moet rekening gehouden worden met de volgende voorwaarden:

  • lokaal of de kast is droog, doelmatig verlucht en in goede staat van onderhoud en netheid.
  • lokaal of kast is op slot
  • toegang tot het lokaal of de kast wordt voorzien van:
    • Tekst “verboden toegang voor onbevoegden” en gelijkwaardig symbool
    • de identiteit van de beheerder van het lokaal of de kast (identiteit, het nummer van de fytolicentie en de contactgegevens)
  • in deze kast of dit lokaal worden geen geneesmiddelen, voedingsstoffen, eetwaren, diervoeders of andere middelen die bestemd zijn om te worden opgenomen door mens of dier opgeslagen.
  • de kast of het lokaal is enkel toegankelijk voor:
    • houders van een fytolicentie (assistent professioneel gebruik, professioneel gebruik of distributie/voorlichting
    • andere personen, mits aanwezigheid van één van de in bovenvermelde vermelde personen (m.u.v. verkooppunten voor professioneel verbruik die niet toegankelijk mogen zijn voor niet-professionele gebruikers)
  • het lokaal wordt beheerd door een houder van een fytolicentie professioneel gebruik of distributie/voorlichting 

Gebruiksregister

Bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dient een gebruiksregister bijgehouden te worden door de professionele gebruiker en dit gedurende 3 jaar. De volgende gegevens moeten bijgehouden worden:

  • De naam (= volledige handelsnaam) van het gebruikte GBM,
  • De datum toepassing van het middel,
  • Omschrijving van het behandelde gewas,
  • Plaatsaanduiding van het behandelde gewas (kas- of perceelnummer, …),
  • Gebruikte dosis

Biociden – verplichtingen

Biociden worden onderverdeeld in 4 hoofdgroepen en 22 productsoorten:

  1. desinfecterende biociden: ontsmettingsmiddelen voor de huid (desinfecterende gel), middelen om een lokaal, oppervlaktes, drinkwater, zwembadwater, ... te desinfecteren
  2. beschermingsmiddelen: houtbeschermingsmiddelen, middelen om bouwmaterialen te beschermen, ...
  3. plaagbestrijdingsmiddelen: insecticiden om muggen, kakkerlakken, vliegen, ... te doden; producten om muizen, ratten en andere knaagdieren te bestrijden; middelen die honden, katten, mollen, ...afschrikken
  4. andere biociden: vuilwerende producten voor schepen (antifouling), producten die gebruikt worden voor het bewaren van dieren (bij taxidermie), ...

Op de markt brengen

Alle biociden moeten in België een officiële erkenning krijgen voor ze op de markt mogen worden aangeboden. Dus biociden moeten beschikken over een toelating of een kennisgeving, uitgereikt door de Federale minister van leefmilieu, om op onze Belgische markt te mogen gebracht worden. Erkende biociden zijn te herkennen aan hun toelatings- of registratienummer op het etiket: XXXXB of BE-20XX-XXXX of XX/IP of NOTIFXXX of BE-REG-XXXXX.  

“Vrij circuit” – “gesloten circuit”

Een biocide is ofwel van het “vrij circuit” of van het “gesloten circuit” afhankelijk van de risico’s die het product vormt voor de gebruiker. Een biocide kan ofwel bestemd zijn voor gebruik door het grote publiek, ofwel voor gebruik door professionelen. Sommige biociden zijn bestemd voor beide. De toelatingsaktes (indien “gesloten circuit”) en de kennisgevingsaktes (indien “vrij circuit”) specificeren de gebruiker en vermelden de na te leven voorwaarden.

De biociden ingedeeld als “gesloten circuit” zijn dus biociden die een verhoogd risico inhouden voor de gebruiker. Ze zijn uitsluitend bestemd voor de geregistreerde gebruikers bij het FOD. Bij de wetenschappelijke evaluaties werden deze biociden immers erkend als zijnde zeer giftig, giftig, kankerverwekkend, mutageen of waarvan het gebruik het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen vereist. Biociden van het gesloten circuit zijn hoofdzakelijk voorbehouden voor professionele gebruikers.  

Biociden waaraan minder risico’s verbonden zijn en waarvoor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen niet vereist is, zijn ingedeeld in het “vrij circuit”. Deze biociden mogendoor particulieren gebruikt worden.

Wat mag ik gebruiken?

Of een biocide gebruikt mag worden door particulieren, professionelen of beide, kan je op meerdere plaatsen controleren: 

  • op het etiket 
  • in de toelatings- of registratieakte  
  • in de samenvatting van de productkenmerken (SPC)  
  • in de lijst van toegelaten producten 

Vóór de aankoop van een biocide zoek je best eerst op of de biocide die je wil gebruiken wel op de lijst van de toegelaten biociden staat. Deze lijst kan je terugvinden via deze link.

Als je het product teruggevonden hebt, check dan steeds de toelating. Daarin staat o.a. informatie in over hoe je het product moet gebruiken zoals concentraties, tijdsduur, enz… Deze informatie moet je aan de gebruikers van het product ter beschikking stellen.

Verkoop en gebruik van biociden van het gesloten circuit

Wil je een biocide van het gesloten circuit verkopen? Dan ben je verplicht om je online te registreren als verkoper en jaarlijks aan te geven welke biociden je het afgelopen jaar hebt verkocht, aan wie en in welke hoeveelheden. Dit laatste gebeurt voor 31 januari via een online registratietool. Je kan ook kiezen om de rapportering van de verkoopgegevens per kwartaal door te geven.

Naast de jaarlijkse aangifte in het kader van het gesloten circuit moet je elk jaar een aangifte doen van de hoeveelheid biociden die je verkocht hebt, zowel van het open als van het gesloten circuit via www.retributies.be. Op basis van die totale hoeveelheid wordt dan de jaarlijks te betalen bijdrage berekend.

Als verkoper van biociden van het gesloten circuit ben je ook verplicht om de koper goed te informeren over biociden en hem bij te staan in zijn aankoop:

  • Wijs de koper erop dat ook hij verplicht is om zich online te registeren als professionele gebruiker van biociden.
  • Informeer hem over de gevaren en risico’s van het biocide en vertel hem hoe hij het product veilig gebruikt.
  • Vermeld op de factuur of het kasticket: “Dit product is een biocide ingedeeld in het gesloten circuit.”
  • Stal persoonlijke beschermingsmiddelen zoals handschoenen of mondmaskers uit in de buurt van biociden van het gesloten circuit. Zeker als ook niet-professionele gebruikers toegang hebben tot die biociden.

Gebruikers van biociden van het gesloten moeten zich ook registreren. Dit geldt in hoofdzaak voor professionele gebruikers. Voor producten van het vrije circuit is er geen registratieverplichting voor de gebruiker.  

Om te weten of een biocide tot het gesloten circuit behoort, raadpleeg je de lijst van toegelaten biociden. Die vermeldt voor ieder product of het tot het gesloten circuit of het vrije circuit behoort. 

In sommige gevallen wordt een uitzondering van registratie in het gesloten circuit verleend. Particulieren kunnen dan ook een biocide van het gesloten circuit gebruiken. Deze uitzondering staat vermeld op de lijst van toegelaten biociden. 

Zowel verkopers als gebruikers van biociden van het gesloten circuit moeten de nodige kennis hebben over het juiste gebruik van deze producten. Zij staan ook in voor de opleiding van het personeel of personen die voor hen met zo’n producten werken.

Duurzaam pesticidengebruik

Waar mogen pesticiden (niet) gebruikt worden?

  • verbod op het gebruik van pesticiden op de terreinen van openbare diensten (gemeentelijke sportterreinen, scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven, …).
  • verbod op het gebruik van pesticiden op de terreinen met commerciële activiteiten binnen 6 m langs oppervlaktewater, in bermen en in waterwingebieden.
  • minimumgebruik (pleksgewijs gebruik waarbij uitsluitend de te bestrijden soort behandeld wordt met pesticiden en niet de omliggende ruimte + pesticidentoets bij (her)aanleg van de terreinen) van pesticiden op de terreinen met commerciële activiteiten voor verhardingen > 200 m² en op publiek toegankelijke terreinen.

Pesticidenregister

  • Wie pesticiden gebruikt voor het onderhoud van terreinen, moet een pesticidenregister bijhouden. Dit betekent het jaarlijks bijhouden van de gegevens over het pesticidengebruik voor een periode van vijf jaar. Die gegevens omvatten de plaats van het gebruik, de productnaam, het erkenningsnummer of toelatingsnummer en de hoeveelheid die gebruikt is in dat jaar. Dit document moet ter inzage gehouden worden van de Vlaamse Milieumaatschappij.
  • Wanneer het onderhoud wordt uitbesteed, kan best afgesproken worden met de onderhoudsfirma wie dit register zal bijhouden.