De Vlaamse regering verduidelijkt hoe onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebied kan worden aangetoond
Een overheid mag overeenkomstig de zogenaamde ‘VEN-toets’, zoals vervat in artikel 26bis, §1 Natuurdecreet, geen toestemming of vergunning verlenen voor een activiteit die onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in VEN-gebied kan veroorzaken.
Het maakt intussen vaststaande rechtspraak uit dat de in de VEN-toets beoogde schade geen minimale ernst of schadedrempel impliceert. Elke vorm van schade aan de natuur moet dus in rekening worden gebracht.
In de vergunningspraktijk geeft de concrete invulling van dit schadebegrip vaak aanleiding tot heel wat discussie. Het is immers niet altijd even eenvoudig om te bepalen of er sprake is van schade aan de natuur in het VEN-gebied, al zeker niet in het geval van indirecte effecten zoals bijvoorbeeld eutrofiëring, verzuring en licht- en geluidshinder.
Met het Besluit van 10 januari 2024 over de beoordeling van schade aan de natuur in het Vlaams Ecologisch Netwerk legt de Vlaamse Regering nu vast hoe moet worden aangetoond dat een activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken. Op die manier tracht de Vlaamse Regering te voorzien in ‘enige objectivering of duidelijke handvaten’ om het schadebegrip inhoudelijk in te vullen.
In de nota aan de Vlaamse Regering betreffende dit Besluit (nr. 0032/1), wordt dieper ingegaan op de verschillende aspecten van het Besluit. Naast duiding omtrent het schadebegrip, zonder hierbij de invulling van dit begrip te willen beperken, wordt ook het belang van de referentiesituatie, de verhouding met de soortentoetst en het aspect ‘herstelbaarheid van de schade’ verder toegelicht. Daarnaast wordt ook voorzien in een artikelsgewijze toelichting.
Het Besluit is van toepassing op nieuwe vergunningsaanvragen of meldingen die worden ingediend vanaf de datum van inwerkingtreding, zijnde 24 februari 2024.
Bronnen:
Tekst: Judith DE WIT, LDR Advocaten
Foto: Herman Dierickx