De watertoets binnen de omgevingsvergunning

7 september 2020
by Sylvie Baert

De watertoets is een beoordeling waarbij wordt nagegaan of een initiatief schadelijke effecten veroorzaakt als gevolg van een verandering in de toestand van het oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur. Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf opgenomen in de vergunning. Het doel van de watertoets is het herstel van onze watersystemen, met name een goede waterkwaliteit en waterkwantiteit en dit op chemisch, ecologisch en kwalitatief vlak.

Ook wil men met dit instrument de risico's op overstromingen terugdringen door brongerichte maatregelen, volgens het principe:

  • Hemelwater zoveel mogelijk opvangen én gebruiken
  • Resterende hoeveelheid laten infiltreren of bufferen
  • Vertraagde afvoer van hemelwater

De watertoets is van toepassing vanaf 40 m² wanneer er overdekte constructies worden gebouwd of verhardingen worden (her)aangelegd of uitgebreid.

Er zijn 2 bijlagen opgenomen in het omgevingsvergunningsaanvraagformulier hiervoor, namelijk de aanstiplijst hemelwater bijlage B25 en bijlage E3 over de relevante potentiële effecten van de aanvraag op het watersysteem. Belangrijk is dat de gegevens in beide formulieren dezelfde zijn! Op het einde van het formulier kan je een afwijking aanvragen voor opvang, buffering en/of infiltratie, bijvoorbeeld als het bedrijf gelegen is op kleigrond waardoor infiltratie moeilijk is. Echter de meeste bedrijfsterreinen zijn gelegen op opgehoogde zandgrond, waardoor infiltratie meestal mogelijk is. Dit staat los van de verplichte opvang van hemelwater.

Nog enkele weetjes:

  • Een hemelwateropvang is Of voor bluswater Of dient om te gebruiken (vb. als sanitair water).
  • Een hemelwaterput moet minstens 5000 liter zijn en maximaal 10.000 liter. Het kan groter, maar dan moet je motiveren waarom. Het water moet ook effectief gebruikt worden.
  • Een hemelwaterput is niet verplicht wanneer een groendak aanwezig is met buffervolume van minstens 35 liter/m². Let wel: kies je voor een groendak dan moet je constructie hierop voorzien zijn.
  • Hetgeen je niet opvangt moet je bufferen en infiltreren op het eigen terrein. (Infiltratieoppervlakte 1m² per 25 m² verharde oppervlakte, buffervolume 25 liter per m²  verharde oppervlakte)
  • De vergunningverlenende overheid heeft hieromtrent een appreciatiebevoegdheid, dit wil zeggen dat men afwijkingen kan toestaan of anderzijds bijkomende voorwaarden kan opleggen.

Met de Pluviotest, een werkinstrument waarmee je voor verschillende situaties de kosten van het nuttig gebruik van hemelwater snel kunt in schatten, wordt duidelijk dat het opvangen en dus ook het gebruik van hemelwater meestal duurder is dan ander water maar het verschil wordt elk jaar kleiner. Onze spreker, Oscar Moonen, stelt ook dat er in de toekomst een heffing zal komen op het lozen van regenwater om iedereen aan te moedigen om regenwater te gebruiken, bufferen en infiltreren.

Echter, los van de prijs, zijn we door de klimaatsverandering en verdroging van de natuur het onszelf, de maatschappij en de natuur verschuldigd om regenwater op te vangen en nuttig en bewust te gebruiken. Het is zonde als dit kostbaar goed gewoonweg wordt afgevoerd en in zee terechtkomt!

 

Op 26 augustus vond de online infosessie plaats over de watertoets binnen de omgevingsvergunning. Met maar liefst 72 deelnemers was dit een topper van formaat!