Dierlijke bijproducten wijdverspreid

26 april 2022
by Sylvie Baert

Dierlijk afval, dierlijke bijproducten, het is allesbehalve een niche-onderwerp. Het komt echt praktisch overal voor en deze materie is zeer divers. Dit kan gaan over 1 eicel tot een gestorven walvis en alles daartussenin. Van oudsher, nog voor de hype van circulaire economie, worden dierlijke bijproducten circulair gebruikt als diervoeder, meststof, … Echter moet hiermee voorzichtig worden omgesprongen. In het verleden heeft dit al geleid tot voeder- en voedselcrisissen. Denk maar aan de Varkenspest, de dioxinecrisis, … vandaar het belang van deze strenge regelgeving. 

De basis voor alles inzake dierlijke bijproducten zijn 2 Europese verordeningen, V1069 en V142. Dit is heel ingewikkelde wetgeving die vaak voor interpretatie vatbaar is. Gelukkig is overleg mogelijk!

Om toekomstige crisissen te vermijden is het van belang dat we de kwaliteit van ons voedsel blijven bewaken. Spreekster Lynn Biermans van OVAM doet tijdens deze online infosessie met maar liefst 54 deelnemers een oproep naar bedrijven om afval optimaal te scheiden: verpakt/onverpakt, plantaardig/dierlijk. Ook wordt gevraagd na te denken over de verpakking ervan. Kies hierbij voor verpakkingsmateriaal dat gemakkelijk te ontpakken is en eenvoudig te recycleren, bestaande uit 1 soort verpakkingsmateriaal.

Dierlijke bijproducten (DBP) zijn producten van dierlijke oorsprong en niet bestemd voor menselijke consumptie. Het zijn dode dieren of delen van dieren, producten van dierlijke oorsprong of andere producten die uit dieren zijn verkregen en die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn, met inbegrip van oöcyten, embryo’s en sperma.

Deze worden onderverdeeld in 3 risicocategorieën op basis van mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu. Deze categorieën bepalen de mogelijke bestemming.

  • Categorie 1-materiaal is het gevaarlijkst en is uitsluitend geschikt voor verwijdering. Dit gaat om dode gezelschapsdieren, proefdieren, circusdieren, landbouwdieren die gevoelig zijn voor de dolle koeienziekte, keukenafval van buiten de EU, … Hier mag je heel weinig mee doen: rechtstreeks (mee)verbranden, verbranding na verwerking door sterilisatie onder druk, verstoking en storten.
  • Categorie 2-materiaal kan niet gebruikt worden voor dierlijke consumptie. Het betreft mest, dode landbouwdieren zoals pluimvee, varkens, paarden. Categorie 2 is daarnaast ook de rest-categorie voor alles dat niet in categorie 1 en 3 hoort. Hiermee kan hetzelfde gedaan worden als met dierlijke bijproducten uit categorie 1 én men kan ze ook gebruiken voor de vervaardiging van organische meststoffen of bodemverbeteraars, composteren, vergisting, zonder verwerking uitrijden op het land.
  • Categorie 3-materiaal kan niet verwerkt worden voor menselijke consumptie maar wel voor dierenvoeder. Dit is dan slachtafval, slachtbijproducten, *voormalige voedingsmiddelen, keukenafval, gebruikte frituurvetten, huiden, pelzen, wol, … De reeds vermelde verwerkingsmethodes alsook composteren en vergisten is toegelaten voor deze stroom.
    * Verpakkingsafval waar dierlijke producten hebben ingezeten volgen gewoon de weg van ander verpakkingsmateriaal.

Wanneer het een mengeling betreft van verschillende categorieën dan geldt logischerwijze de strengste categorie.

Daarnaast zijn er een hele reeks uitzonderingen waar eindeloos over gediscussieerd kan worden.

Ook moet er altijd rekening gehouden worden met de andere wetgeving, vb. de diervoederwetgeving, afvalstoffenwetgeving, meststoffenwetgeving, …

Vb. selectief ingezameld afval verbranden mag niet volgens het Vlarema, dierlijke bijproducten zonder verwerking uitrijden op het land mag niet volgens de afvalstoffenwetgeving (behalve mest) en volgens de dierenvoederwetgeving

In België zijn er 9 bevoegde overheden die met deze materie bezig zijn, zowel op federaal als op regionaal niveau. De uiteindelijke bestemming bepaalt welke overheid bevoegd is.

Bevoegde overheden DBP

 

Doelstelling hiervan is de hele keten van de dierlijke bijproducten, vanaf het ontstaan tot de eindverwerking, reglementeren. Een DBP blijft (bijna) altijd zijn status als DBP en zijn categorie (1, 2 of 3) behouden. Voor de volledige keten, van productie tot eindbestemming, worden regels opgelegd voor de opslag, tracering, transport, behandeling en eindbestemming.

Voor alles wat je als bedrijf doet met dierlijke bijproducten moet je geregistreerd zijn bij de bevoegde overheid. Voor de volgende activiteiten dien je een erkenning aan te vragen:

  • Opslag
  • Hantering
  • Verwerking
  • Compostering/vergisting
  • (Mee)verbranding/verstoking
  • Vervaardigen voeder gezelschapsdieren
  • Vervaardiging meststoffen/ bodemverbeterende middelen