Waar wacht je nog op?

29 september 2021
by Sylvie Baert

Op 21 september vond de laatste infosessie over biodiversiteit op bedrijfsterreinen plaats. We waren hiervoor te gast bij NNOF, Nearly New Office Facilities, in Vilvoorde.

We capteerden uit deze uiterst interessante infosessie 3 boodschappen voor jou:

  1. Onze biodiversiteit is het slachtoffer van deze 7 Ver’s. Verdroging, Vermesting, Versnippering, Verharding, Verdichting, Vervuiling, Verzuring. Deze 7 ver’s zijn een bedreiging voor onze biodiversiteit en hebben ervoor gezorgd dat we ons in de negatieve spiraal bevinden waarin we ons vandaag bevinden.  Leer ze en herken ze! Als je het ziet kan je er rekening mee houden en ernaar handelen.
  2. Stel jezelf in de plaats van een wild bijtje of een vlinder en kijk naar het landschap met de ogen van dat bijtje of die vlinder. Wat valt dan onmiddellijk op: we zien vaak heel weinig voedsel, lees: bloemen. Wist je dat de basis van de natuur, de basis van de voedselketen valt of staat met de aanwezigheid van bloemen, nectar en stuifmeel? Als dat voldoende aanwezig is, komen de insecten vanzelf. Geen eten is gelijk aan geen ongewervelden. En deze hebben we nu net nodig. Ze zijn de start, de basis van de voedselketen: ongewervelden van de eerste orde, de vegetariërs zoals bijen en vlinders, worden gegeten door insecten van de 2de orde, de vleeseters maar ook door vogels, vleermuizen, … Bij een gebrek aan planten kan de voedselketen zich dus gewoonweg niet opbouwen. Als er geen bloemplanten aanwezig zijn in het landschap, houd het gewoon op. Als we willen gaan naar meer biodiversiteit, moeten we inzetten op de voedselketen. Er zijn onwaarschijnlijk weinig wilde planten aanwezig in het landschap. Die voedselpiramide moet opgebouwd worden en dit door het aanplanten en inzaaien van wilde meerjarige inheemse planten die bloeien vanaf begin maar tot eind oktober. Deze bloeiboog zorgt ervoor dat de ongewervelden voldoende eten vinden om hun levenscyclus te voltooien. In die bloeiboog moeten alle kleuren en relevante plantenfamilies aanwezig zijn. De ongewervelden moeten terechtkunnen in bloemplanten van alle kleuren en van alle plantenfamilies zo lang mogelijk in het jaar. Als de insecten van de eerste orde zich kunnen ontwikkelen door een goed aanbod van bloemplanten (meerjarig, inheems, wild) volgen de insecten van de 2deorde vanzelf, vb. de wespen. En daarna ook de vogels, zoogdieren, …
  3. Waarom zou je als bedrijf je bedrijfsterrein biodivers inrichten? Je bedrijfsterrein kan een stapsteen vormen in een netwerk van natuurgebieden. Samen met je bedrijf kan je een essentieel deel uitmaken van een ‘natuur’netwerk. In dit netwerk bestaande uit corridors, stapstenen en natuurgebieden kunnen soorten zich veilig verplaatsen en hun levenscyclus voltooien. Als bedrijf kan je wel degelijk een wezenlijk verschil maken. Zorg dat je bedrijf een stapsteen is en geen woestijnsteen. Het maakt een groot verschil van hoe je je terrein inricht. Je kan dit al heel eenvoudig doen door minder te maaien, en geen pesticides of meststoffen meer te gebruiken. Dergelijk beheer is niet enkel beter voor de natuur, het is ook goedkoper en beter voor je imago.

Met een goed biodivers beheer van je (bedrijfs)tuin maak je je terrein ontvankelijk voor nieuwe soorten. Nieuwe soorten komen toe en ze blijven. Hoe meer aanwezige soorten, hoe robuuster en veerkrachtiger je systeem en hoe meer bestand tegen droogte en overvloedige regenval. Een biodivers bedrijfsterrein zoals dat van NNOF kan 180 plantensoorten en 500 diersoorten bevatten. Waar wacht je nog op?

Kan je dit niet alleen of zie je niet meteen hoe te starten? VMx kan je hiervoor op weg helpen door je in contact te brengen met ecologen.