Drie jaar omgevingsvergunningsdecreet: tranen van blijdschap of tranen van verdriet?

2 februari 2021
by Sylvie Baert

Het omgevingsvergunningsdecreet bestaat drie jaar. Dat de geïntegreerde milieu- en bouwvergunning een mijlpaal is in ons vergunningsstelsel, staat als een paal boven water. Na drie jaar is het tijd voor een evaluatie. Wie kan dit beter evalueren dan de milieuprofessional zelf, die dagelijks in het omgevingsloket werkt? VMx zat samen met enkele milieuprofessionals en kwam tot de volgende conclusies.

De omgevingsvergunning zorgt voor een duidelijke afstemming tussen bouw en milieu. Vroeger liepen de milieuprofessionals vaker achter de feiten aan: het waren in eerste instantie de architecten die bij nieuwe projecten betrokken werden. Door de omgevingsvergunning zijn milieuprofessionals en architecten nu verplicht (of noem het ‘gedoemd’) om samen te werken. Pijnpunt blijft wel dat architecten en soms ook initiatiefnemers dit niet altijd lijken in te zien.

De impact van de milieuprofessional gaat dankzij de omgevingsvergunningsaanvraag verder dan vroeger. De aanvraag is niet zomaar een document waarbij een lijst moet worden afgevinkt. De milieuprofessional kan of moet vaak meedenken, ontwerpen, opmeten en tekenen. Het afstemmen met architecten, onderhandelen met klant en overheid en regelmatig ook (boze) buren, in het uiterste geval met, voor of tegen advocaten, maakt hier eveneens deel van uit. Het resultaat van het proces is een afgewerkt project, waarbij alles tot in de puntjes, ‘sleutel-opde-deur’, is uitgewerkt.

Door de combinatie van verschillende luiken (stedenbouw, milieu, natuur en handel) binnen de omgevingsvergunningsaanvraag, elk met hun eigen effectenbeoordelingen (onder meer milieueffectenrapport, omgevingsveiligheidsrapport, passende beoordeling), worden dossiers groter en zwaarder. Veel dossiers worden bovendien bemoeilijkt door een juridische strijd. In feite worden het nu bijna allemaal zware dossiers. Dit is moeilijk uit te leggen aan de klanten/bedrijven, zonder kleerscheuren qua kosten of voorwaarden.

De perceptie bestaat dat er sinds de omgevingsvergunning meer dossiers onvolledig en onontvankelijk worden verklaard en dit op de laatste dag van dertig dagen die de vergunningverlenende overheid hiervoor ter beschikking heeft, waardoor het dossier ook automatisch vertraging oploopt. In de realiteit bedraagt dit nochtans slechts 10% van de dossiers. Vanwaar dan deze perceptie? Meer onduidelijkheden in de dossiers, moeilijkere dossiers, personeelstekort en tijdsgebrek bij de overheden? Tegelijkertijd wordt de volledigheids- en ontvankelijkheidsverklaring ook aangewend om vooraf informatie op te vragen, zoals keuringsattesten of bodemattesten, die pas later in de procedure aan bod komt.

Het grote voordeel van de integratie en van de digitalisering, namelijk een ééngemaakte procedure, verschillende overheden die verplicht worden om met één stem te spreken, vermijden van Kafkaiaanse toestanden, definitief een einde stellen aan de zogenaamde papierslag, minder kilometerverplaatsingen, alle dossiers die elektronisch kunnen teruggevonden worden op één plaats, is tegelijk ook een nadeel.

De integratie waarvan sprake betrof niet enkel een integratie van de aanvraagdossiers maar ook een integratie van de adviserende overheidsorganen. Deze integratie vertoont soms opvallend veel gelijkenissen met een clash. Een clash van verschillende culturen, een clash van verschillende visies en standpunten. De beloofde tijdswinst blijft enigszins uit. De voorbereiding van een dossier duurt nu immers langer, want er moet rekening worden gehouden met veel meer partijen.

Na drie jaar kunnen we besluiten dat iedereen zich de nieuwe aanpak heeft eigen gemaakt en dat er bij het omgevingsloket inmiddels heel wat zaken op punt zijn gesteld. Wat wel duidelijk wordt gemist is het persoonlijk contact met de mensen die de vergunningsaanvragen behandelen. Vroeger ‘kenden’ ze elkaar van die korte contacten, nu zijn vele professionele aanvragers de feeling met de diensten kwijt, doordat ook de communicatie volledig via het omgevingsloket verloopt. De coronacrisis heeft dit gevoel jammer genoeg versterkt. 

Bron: Bert Leysen, voorzitter van de beroepsvereniging van Vlaamse milieuprofessionals VMx, TOO - Tijdschrift voor Omgevingsrecht en Omgevingsbeleid