Artikel 5.2.1.2. in VLAREM II is gewijzigd

2 juni 2020
by Sylvie Baert

Bij het aanvaarden van afvalstoffen moet de exploitant die afvalstoffen verwerkt, de aangevoerde afvalstoffen op hun herkomst, oorsprong, aard en hoeveelheid controleren. Elke vracht moet minstens visueel geïnspecteerd worden.

Vanaf 1 juni 2020 moet de exploitant, bij het vaststellen van non-conformiteiten, handelen volgens een interne non-conformiteitenprocedure.

Deze nieuwe bepaling in VLAREM II is enkel van toepassing op afvalverwerkers. Bedoeling hiervan is dat ook de verwerkers bij binnenkomende vrachten toch even een inspectie zouden doen van de vracht om te zien of die bijvoorbeeld niet vol met te sorteren afval zitten, of zelfs gewoon vrachten selectieve stromen zijn. Uiteindelijk is dat in VLAREM als een heel algemene paragraaf opgenomen, die niet enkel voor restafval geldt. De paragraaf is dus niet enkel om te kijken of het restafval dus vol afval zit dat er niet in thuis hoort (oorspronkelijke bedoeling), maar ook om na te gaan of dat de vracht wel overeenkomt met het ID-formulier, of er niets in zit waarvoor de verwerker niet vergund is om te verwerken, ....

Eigenlijk is die passage in VLAREM maar een klein element in de wetgeving. Een verwerker mag natuurlijk nooit afvalstoffen zomaar verwerken zonder te weten wat hij aan het verwerken is en of hij daarvoor vergund is. Het is eigenlijk maar normaal dat die een binnenkomende vracht daar even op controleert.